Afgelopen zondag 3 november ben ik weer geland na een bijzondere periode van vrijwilligerswerk voor Blinknow in Nepal. Een prachtige organisatie die zich inzet voor opleiding van de meest kansarme kinderen in een afgelegen gebied in Nepal. Nu ik ‘eigen baas’ ben, heb ik tot op zekere hoogte de vrijheid om te kiezen wat ik doe ik in mijn vrije tijd. Maar voor werkgevers, ambtenaren met een aanstelling en werknemers met een arbeidsovereenkomst kan deze vrijheid worden beperkt door regelgeving.

Waar vind je de tijd?

Er zijn steeds meer organisaties die al blijk van maatschappelijke betrokkenheid hun medewerkers toestaan om vrijwilligerswerk onder werktijd te verrichten. Maar als een medewerker nou, net als ik, een langere tijd weg wil? Hoe regel je dat dan? Natuurlijk kan een medewerker vakantiedagen opnemen om vrijwilligerswerk te doen. Maar vakantiedagen worden vaak als kostbaar in figuurlijke zin ervaren. Immers tijd om bij te komen, op vakantie te gaan of met familie en vrienden door te brengen, willen we niet graag missen.
De meeste ambtenarenregelingen kennen een regeling voor buitengewoon verlof al dan niet met behoud van bezoldiging (denk aan artikel 34 van het ARAR, artikel 6:4:5 en 6:9 CAR-UWO) waar een medewerker om kan verzoeken bij inzet voor vrijwilligerswerk.
Maar ook bij bedrijven die werken met het arbeidsrecht komt het met enige regelmaat voor dat er verlofregelingen bestaan die vrijwilligerswerk mogelijk maken zonder dat dit gelijk vakantiedagen kost. Ook kan het voorkomen dat een regeling omtrent bijzonder verlof in de CAO is opgenomen. Is er geen sprake van een regeling in de CAO of op bedrijfsniveau dan bestaat er geen recht op bijzonder verlof. Het is natuurlijk altijd mogelijk om maatwerkafspraken te maken.

Als het niet samengaat met waar de werkgever voor staat?

Het kan zijn dat een medewerker activiteiten in zijn vrije tijd wil ontwikkelen die zich niet verhouden met de belangen van de werkgever. Dat kan gaan om vrijwilligerswerk dat nevenwerkzaamheden met een concurrerend karakter oplevert. Als voorbeeld wordt verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Limburg waarin de casus wordt behandeld van een medewerker die gezien zijn arbeidsovereenkomst gehouden was om nevenwerkzaamheden te melden. Dat deed hij niet. Vervolgens bleek hij beveiligingswerkzaamheden bij grote evenementen te verrichten, terwijl dit werk ook door zijn werkgever gedaan had kunnen worden. Hier was het overigens nog maar de vraag of het om vrijwilligerswerk ging of alleen onder die noemer schuilging.
Een ander voorbeeld betreft een casus van medewerker van de Dienst Justitiële Inrichtingen die op vrijwillige basis beveiligingswerkzaamheden verricht en dit niet meldt bij het bevoegd gezag. In de uitspraak wordt duidelijk dat hem dit kwalijk mag worden genomen mede gezien het feit dat er een Gedragscode Dienst Justitiële Inrichtingen is die de verplichting tot het melden van werkzaamheden meldt.

Ten slotte

Er valt veel te zeggen over vrijwilligerswerk. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een verkapte arbeidsovereenkomst. Mocht u hier vragen over hebben dan kunt u altijd contact opnemen voor een juridische check van de situatie. Vrijwilligersorganisatie hebben een zorgplicht ten aanzien van vrijwilligers (artikel 7:658 van het Burgerlijk wetboek). Ook is van belang om te weten dat de Arbeidstijdenwet en het arbeidstijdenbesluit deels van toepassing zijn op vrijwilligers.

Maar belangrijker is dat vrijwilligerswerk de smeerolie kan zijn van de samenleving. Ik moedig werkgevers en werknemers aan om met elkaar in gesprek te gaan omtrent de mogelijkheden van vrijwilligerswerk naast een betaalde baan. Mocht u er om wat voor reden dan ook samen niet uitkomen of advies willen, dan sta ik tot uw beschikking.