In Nederland geldt de leerplicht voor leerlingen tot en met 16 jaar. Het is een verplichting voor leerlingen om onderwijs te volgen, maar het is net zo goed een recht op onderwijs voor hen. Maar kun je een leerplichtige leerling die ernstig wangedrag vertoont dan wel van school verwijderen? Het antwoord is ja, maar niet zomaar.

Casus

Een leerling is al langere tijd gewelddadig tegen medeleerlingen en een medewerker. Hij bedreigt hen ook. Zijn werkhouding is beneden peil. Dan vindt er een incident plaats in maart 2018. De leerling vraagt aan een medewerker van de school, die zijn fietsband niet wil oppompen, op dreigende toon: “Mijnheer, was er bij u geen ruit ingegooid?” Kort daarvoor zijn bij deze medewerker de ruiten van zijn woning ingegooid. De medewerker ervaart deze opmerking als zeer bedreigend, mede omdat de leerling, volgens de school, wist wie dat had gedaan. De leerling wordt 3 dagen geschorst en geplaatst op een bovenschoolse voorziening in een kleinschalige setting.

In juni 2018 is de leerling volgens de school langs de woning van de betreffende medewerker gefietst. Hij zou daarbij de naam van die medewerker hebben gescandeerd. De medewerker heeft dat als bedreigend ervaren. De leerling zegt wel door de straat te zijn gefietst, maar niet de naam van de medewerker te hebben geroepen. Voor de school is de maat vol en zij wil de leerling definitief van school verwijderen. Een school voor speciaal onderwijs is bereid om de leerling toe te laten.

Heeft de school hier nou goed gehandeld? Het lijkt logisch en verdedigbaar wat de school doet. In dit soort gevallen is het echter belangrijk dat de regels nauwgezet worden gevolgd. De rechtbank is van oordeel dat de school niet kan aantonen dat ze zorgvuldig heeft gehandeld. Wat had er dan wel moeten gebeuren? Voor de beantwoording van deze vraag is belangrijk om eerst naar de wet te kijken en dan naar het oordeel van de rechtbank.

Wettelijk kader

In zowel het primair als het voortgezet onderwijs geldt dat een leerling van school kan worden verwijderd (respectievelijk artikel 40 Wet op het primair onderwijs en artikel 27 Wet op het voortgezet onderwijs (Wvo)). Dit moet echter zeer zorgvuldig gebeuren. Een vereiste is onder meer dat een leerplichtige leerling pas definitief van school worden verwijderd als er een andere school bereid is de leerling toe te laten.

De regelgeving van de Wet passend onderwijs heeft als uitgangspunt dat een school een zorgplicht heeft voor leerlingen die extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben. Dit is onder meer vastgelegd in artikel 17b van de Wvo. Lukt het de school niet om die extra ondersteuning en begeleiding te bieden, dan moet binnen het Samenwerkingsverband naar een passende school worden gezocht. Dat kan een school voor speciaal onderwijs zijn.

De leerling moet voor speciaal onderwijs overwegend op een orthopedagogische en orthodidactische benadering aangewezen zijn, zoals artikel 2 lid 1 van de Wet op de expertisecentra voorschrijft. Voor het toelaten van een leerling tot een school voor voortgezet speciaal onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring nodig van het samenwerkingsverband.

Uitspraak

De rechtbank beantwoordt de volgende vragen. Heeft de school voldoende zorg en begeleiding geboden aan de leerling? Is de maatregel tot verwijdering zorgvuldig tot stand gekomen, mede gelet op het belang van de leerling om het examenjaar op de school af te maken? En is de school voor speciaal onderwijs een passend alternatief is voor de leerling?

De rechtbank komt tot de conclusie dat de school niet heeft kunnen aantonen dat zij zorgvuldig is geweest. De leerling werd doorverwezen naar een school voor speciaal onderwijs. Daarvoor is, zoals hierboven uiteen is gezet, een toelaatbaarheidsverklaring nodig. De school waar de leerling op zat, heeft echter niet aangetoond dat dit de meest passende school voor de leerling was. Er kon namelijk geen toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband worden overgelegd tijdens het kort geding. De rechter maakt daarbij ook een belangenafweging waarbij zwaar weegt dat de leerling het eindexamenjaar kan voortzetten in een voor hem vertrouwde omgeving.

Conclusie

Een leerplichtige leerling heeft de plicht om naar school te gaan. Hij dient zich daarbij volgens geschreven en ongeschreven regels te gedragen. Doet hij dat niet dan kan hij worden verwijderd. Hij heeft echter ook recht op het meest passende onderwijs. Dit recht is stevig verankerd in de wetgeving en komt onder meer tot uitdrukking in het vereiste dat eerst een andere school bereid moet zijn om de leerling toe te laten. Dit moet een passende school zijn voor de leerling.

De bovenstaande zaak laat zien dat het voor een school buitengewoon belangrijk is om de procedure te volgen die voortvloeien uit de regelgeving. Gedrag van een leerling zeker gedrag als beschreven in de uitspraak kan sterke emoties oproepen bij alle betrokkenen, leerlingen, ouders van leerlingen, docenten en bestuur. Er spelen veel belangen van meerdere partijen; medewerkers, medeleerlingen, ouders en schoolleiding zullen zich betrokken voelen. Het is belangrijk om nuchter naar de situatie te blijven kijken, de regelgeving goed te overzien en daarbinnen zorgvuldig te handelen. Altum Juridisch Advies kan deze nuchtere blik met kennis van zaken in een hectische situatie bieden, zodat u besluiten neemt die standhouden als ze worden aangevochten. Ook kan Altum Juridisch Advies een procedure voor u voeren mocht het zover komen.

Het bovenstaande is een beknopte weergave van de zaak. De hele zaak is na te lezen via onderstaande link

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2018:4030

Onderwijsgeschillencommissie

De Onderwijs geschillencommissie heeft zich in september 2018 ook gebogen over twee zaken waarin een leerling van school is verwijderd.

Het betreft twee heel verschillende situaties. Het eerste advies betreft een leerling die een andere leerling bewusteloos slaat en achterlaat op het schoolplein zonder hulp in te roepen. Het tweede advies betreft een leerling met een grote zorgbehoefte waarvan de school stelt dat zij daar niet aan kan voldoen.

Uit beide adviezen blijkt dat ook de Onderwijsgeschillencommissie zeer nauwkeurig kijkt naar de procedures die volgen uit de regelgeving en een belangenafweging maakt.

https://onderwijsgeschillen.nl/uitspraken/geschil-over-verwijdering-leerling-die-medeleerling-bewusteloos-sloeg-voorgenomen

https://onderwijsgeschillen.nl/uitspraken/geschil-over-voorgenomen-verwijdering-school-mag-niet-tot-verwijdering-van-leerling-met